Taal op maat 2 - groep 6 nummer 41

  
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Taal op maat 2 Taal op maat 2 Taal op maat 2

Vul in.
bouwen (t.t.)vissen (v.t.)doden (v.t.)
ik
ander
meer
grommen (v.t.)hechten (t.t.)branden (t.t.)
ik
ander
meer

Vul in.
ik (tegenwoordige tijd)ik (verleden tijd)meer (verleden tijd)
blaffenblafblafteblaften
sporten
verhuizen
kloppen
voeden
beven


Vul de persoonsvorm in.
vangen (t.t.) Ik deze harde bal.
slagen (v.t.) Mijn zus voor haar examen.
lachen (t.t.) Linda om alles wat ze zeggen.
durven (v.t.) Mari niet van de springplank.
verrassen (v.t.) Hij mij meteen cadeau.
smaken (t.t.) Dat naar meer!
vertrekken (t.t.) Ik al gauw naar Amerika.
dalen (v.t.) Het vliegtuig erg snel.
graven (t.t.) De man een diepe kuil.