volgende
=>
Taal op maat 2 - groep 6 nummer 40
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Het onderwerp en de persoonsvorm zijn onderstreept. Vul in.
ik-vorm
erbij
Tom duwde
de deur open.
de
Ik lachte
om die grappige man.
Mama zit
klaar met een kop koffie.
-
De kinderen startten
precies tegelijk.
Oom Wim rijdt
over de snelweg.
Meteen
hoorden de meisjes
mij.
Vul in. Let op de tijd!
hele werkwoord
ik vorm (t.t.)
Het onderwerp is onderstreept.
verven
Ik
gisteren de kamer blauw.
reizen
Opa en oma
nu met de trien.
spreiden
jij
zojuist het kleed uit?
groeten
Het meisje
mij vorige week.
krassen
Hoor!
Papa
met een spijker.
plagen
Ik
jou toen een beetje.
gummen
het kind
de tekening zo uit?
spatten
De juf
vorige week met de verf.
Vul in.
Vul in: ik, ander of meer
hele werkwoord.
Let op de tijd!
ander
eindigen
De wedstrijd
toen op tijd.
mengen
De schilder
nu de verf.
planten
Anton
vorig jaar zes bomen.
bereiden
Ik
morgen een heerlijk toetje.
bevrijden
Pleun
gister de konijntjes.
witten
Wij
overmorgen het plafond.
melden
De man
zich straks aan het loket.
reizen
Ik
morgen met de trein.
controleer
Hint
OK
volgende
=>