volgende
=>
Taal op maat 2 - groep 6 nummer 20
Schrijf het meervoud op.
Zeg het woord.
Wat hoort je aan het eind?
Vul in.
één auto
oo
twee
één schema
drie
één foto
vier
één pagina
vijf
één menu
zes
één dictee
zeven
één accu
acht
Schrijf het meervoud op in de goede rij.
familie
piano
ziekte
gitaar
bende
kano
programma
matras
diploma
kiwi
automaat
bewijs
lucifer
cijfer
abrikoos
goochelaar
adres
agenda
's
s
en
Schrijf de woorden die in het meervoud 's krijgen op. Schrijf ze in het meervoud.
lelie
limonade
iglo
centrale
kilo
komma
bikini
idee
camera
televisie
paraplu
dictee
ijsco
lente
tosti
reclame
pinda
salto
collecte
seconde
ski
zebra
controleer
Hint
OK
volgende
=>