Taal op maat 2 - groep 6 nummer 19

  
Taal op maat 2 Taal op maat 2 Taal op maat 2

Vul in. ( Tegenwoordige tijd = nu )
zuchtenhechtenbelasten
ik
ander
meer
stortenschattenheten
ik
ander
meer

Vul in. ( Tegenwoordige tijd )
hele werkwoordik-vorm de persoonsvorm invullen
groetengroetDe buurvrouw mij elke morgen.
pachtenMijn vader een stukje weiland.
begrotenPieter de kosten verkeerd.
besmettenHet kind mij met het griepvirus.
dichten de timmerman de opening?
liftenDe vrouw enkel overdag.
potenHij de aardappelen al in november.
slijtenWaar jij jouw jaarlijkse vakantie?

ik / ander meer ? Vul de persoonsvorm in ( Tegenwoordige tijd )
ik / ander / meerhele werkwoord
meerzittenWij samen op de bank.
bijtenDe hond hem in zijn kuit.
metenJij de hoogte van de kast.
latenIk de oude dame voorgaan.
pleiten jullie voor meer rust?
slachtenDe boer zijn dieren.
verplanten ik de rozen?