Taal op maat 2 - groep 6 nummer 18

  
Taal op maat 2 Taal op maat 2 Taal op maat 2

Vul in. ( Tegenwoordige tijd = nu )
stotenstartenzetten
ik
ander
meer
pratenontmoetenbarsten
ik
ander
meer

Vul in. ( Tegenwoordige tijd )
hele werkwoordik-vorm de persoonsvorm invullen
rustenrustMijn oma tussen twaalf uur en half 2.
laten hij de deur altijd open staan?
genietenMijn moeder van het ijsje.
pratenSjoerd met zijn buurman.
zuchtenHij als hij aan de toets denkt.
lustenMijn kleine zusje geen broccoli.
fluitenDe scheidsrechter enorm slecht!

ik / ander meer ? Vul de persoonsvorm in ( Tegenwoordige tijd )
ik / ander / meerhele werkwoord
meerwachten de jongens al voor het lokaal?
hoestenWaarom jij zoveel?
verwachtenIk grote problemen.
stotenDiemer zijn hoofd tegen de kastdeur.
ontmoetenIk een leuke jongen.
belastenJij met dat sjouwen je rug!
dartenIn de kelder vier kinderen.
hetenIk mijn nieuwe buurmeisje welkom.