volgende
=>
Taal op maat 2 - groep 6 nummer 3
Vul in.
Zeg het meervoud.
Welke korte klank?
Welke twee medeklinkers?
Schrijf op.
rib
twee
schop
twee
stuk
twee
vel
twee
stok
twee
klem
twee
pit
twee
Zoek de woorden met een korte klank aan het eind van de klankgroep. Schrijf ze op.
De
zitting
van de
brommer
is geel.
Vanmiddag gaan we vissen.
De voetballer rekent af bij de kassa.
In die stelling staan bakken snoep.
Wanneer pak je je koffer in?
Op het terrein liggen veel stenen.
Ik raak met mijn elleboog de schutting.
Vul in.
ik
meer
meer
ik
klus
klussen
krabben
bedek
bezetten
verpak
klappen
knip
verrassen
spel
stemmen
vul
stoppen
verzwik
beplakken
controleer
Hint
OK
volgende
=>