Taal op maat 2 - groep 5 nummer 32

  
Taal op maat 2 Taal op maat 2

 Schrijf de woorden in de goede kolom.
wiebelen - redenen - schilderen - fluisteren - huppelen
betekenen - openen - wandelen - trommelen - hersenen
klauteren - gisteren - rekenen - smikkelen - naderen
eleneneneren


 Schrijf de wij-vorm van het werkwoord op.
ik mopperwij ik wiebelwij
ik rekenwij ik stamelwij
ik slingerwij ik mompelwij
ik oefenwij ik knikkerwij
ik regelwij ik vliegerwij
ik aarzelwij ik luisterwij


 Schrijf het woord op.
.. = - elen - eren - enen
De honden snuff.. aan elke boom in het bos.
Wauw! De meisjes knipp.. met hun ogen.
De muzikanten oef.. voor het optreden.
Dat geslenter! Ik houd niet van wink.. .
Wil jij berek.. hoeveel alles kost?
De lepels klett.. op de grond.
De kleuters knuts.. iets voor moederdag.
Alle kind.. gaan vandaag op schoolreis.