Taal op maat 2 - groep 5 nummer 26

  
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Taal op maat 2 Taal op maat 2 Taal op maat 2

Vul de woorden in bij molen of mollen.
regel 1: verzwikken - ketting - schade - dobbelsteen - verkopen - fototoestel
regel 2: gehoorzamen - appelmoes - fluitketel - beginnen - druppel - zomerjurk
regel 3: koektrommel - winkelwagen - oorlellen - buren - snapppen - lenen
molenregel 1 : schade
regel 2 :
regel 3 :
.
mollenregel 1: verzwikken
regel 2 :
regel 3 :

Schrijf de woorden op.
p - ppWil jij de deur o...endoen?
l -llMet de fiets ben je sne...er.
k - kkZal die opdracht wel lu...en?
m -mmHet is druk in de wachtka...er.
s -ssWij trekken alvast de ja...en aan.
l- llIk loop he...emaal naar huis.
n - nnDe ko...ing heeft drie paleizen.
f - ffGa eerst je ko...er maar inpakken.

Maak een nieuw woord.Taal op maat 2
wij komenm ⇒ mmde
wij lakkenkk ⇒ khet
de koppenpp ⇒ pwij
zij wenenn ⇒ nnzij
wij zonnennn ⇒ nde
de balenl ⇒ llde
de scheppenpp ⇒ pde
de ramenm ⇒ mmwij
de dekenk ⇒ kkwij