Taal op maat 2 - groep 5 nummer 23

  
Taal op maat 2 Taal op maat 2 Taal op maat 2

 In welke woorden hoor je /luk/ aan het eind, maar schrijf je lijk?
ongeluk - tamelijk - misluk - makkelijk - vreselijk - toneelstuk - zindelijk
geluk - lelijk - vrolijk - duidelijk - druivenpluk - afdruk - mogelijk
aandoenlijk - eerlijk - plukken - uitzonderlijk - biefstuk - kennelijk


 Maak woorden op lijk of elijk en schrijf ze op de goede regel.
west - burger - heer - hoop - smaak - pijn
lijk
elijk
man - eer - opzet - meester - open - tijd
lijk
elijk
zorg - hinder - wonder - vriend - hart - letter
lijk
elijk


 Schrijf de woorden goed op.
de do lijkdodelijkder lijk hin
lijk tuur nahar lijk te
be lijk weeg won lijk der
ge lijk woonlijk grijpe be
lijk mo gemak lijk ke
ne ken lijkpen o lijk
vrou we lijkke lijk sma
lijk ger burvaar ge lijk