Taal op maat 2 - groep 5 nummer 18

  
Taal op maat Taal op maat

 In welke woorden hoor je /ug/ aan het eind, maar schrijf je ig?
blauwe woordenrode woordengele woordenoranje woorden

 Maak een nieuw woord.
prachtigbochtiggewichtig
pr → mb → tgew → voorz
bloedigbazigrustig
bl → ma → eu → oe
veiliggieriglastig
v → h g → zwla → ze

 Maak woorden op ig(e).
haarDat beest is ontzettend .
schuldDe man is volgens de rechter.
eeuwOp die bergtop ligt sneeuw.
zielIk vind het vogeltje heel .
rustIn het park is het altijd heerlijk .
noodDie peuter moet heel naar de wc.
katDoe niet zo de hele tijd!
sapDe peren van die boom zijn lekker .