volgende
=>
Taal op maat 2 - groep 4 nummer 30
Schrijf het verkleinwoord op.
je
het schroefje
het
het
het
het
het
Maak verkleinwoorden.
de steen
het
het raam
het
de fles
het
de stoel
het
de bloem
het
het dorp
het
de speer
het
de draad
het
de zalm
het
de koe
het
Maak van de onderstreepte woorden verkleinwoorden.
In de
peer
zit een dikke
worm
.
het
het
De
plant
staat in een mooie
pot
.
het
het
Op de
tak
van die
boom
zit een vogel.
het
het
De
boer
heeft nog maar één
klomp
.
het
het
De
knoop
zit aan de
trui
.
het
het
controleer
Hint
OK
volgende
=>