Taal op maat 2 - groep 4 nummer 27

  
Taal op maat 2 Taal op maat 2

 Vul in: d of t. Schrijf het woord ook op.
Vanavond mag ik laa naar bed.
De hond heeft een krul in zijn staar.
Zij draagt een muts op haar hoof.
Hoor je dat mooie lie op de radio?
Haar hui is rood door de zon.


 Schrijf het woord op.
Zeg het woord.Je hoort t, je schrijft:Schrijf het woord met een d of een t op.
 d de
 de
 het
de koning met een baard de


 Schrijf de woorden op de goede regel.
ein - straa - kran - ban - kaar - klan - man - paar
d
t
plin - kis - broo - sproe - schul - lan - star - zui
d
t