volgende
=>
Taal op maat 2 - groep 4 nummer 22
Vul de woorden in.
plein - eik
Op het
staat een
.
sein - zei
Hij
dat hij een
gaf.
dweil - teil
Ik leg de
in de
.
kei - wei
In de
ligt een
.
ei - mei
In
leggen vogels een
.
trein - reist
Mijn zus
met de
.
kleinst - zeil
Dat
is het
.
Schrijf het rijmwoord op met een ei
op.
teil - z
zeil
sein - tr
zei - w
hei - kl
feit - br
wijn - pl
teil - dw
pijl - st
gein - kl
krijt - g
prijs - r
fijn - g
Schrijf het woord dat je ziet. Let goed op de ei en de ij.
de
de
de
het
de
het
controleer
Hint
OK
volgende
=>