volgende
=>
Taal op maat 2 - groep 4 nummer 16
Maak een woord met nk of ng. Schrijf het woord op.
dwi...
ik dwing
jo...st
het
la...s
gaan
va...t
zij
sche...
ik
go...
de
kli...t
het
spro...
de
kri...
de
ga...
de
kla...
de
stro...
de
Maak er één van. (enkelvoud) Schrijf het woord op.
twee banken
één bank
twee sprongen
één
twee dingen
één
twee vinken
één
twee tangen
één
twee pinken
één
twee vonken
één
twee kringen
één
twee tongen
één
twee planken
één
twee klanken
één
twee stronken
één
Schrijf een woord met ng of nk op dat rijmt.
wang
g....
gang
rank
dr....
zong
l....
mengt
br....
hang
st....
mank
sl....
flink
kl....
bank
j....
ring
dw....
zing
g....
meng
str....
tang
dw....
controleer
Hint
OK
volgende
=>