volgende
=>
Taal op maat 2 - groep 8 nummer 50
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Vul het werkwoord in.
vellen - (v.t.)
De houthakkers
boom na boom.
dichtslibben - (t.t.)
Langzaam aan
de haven van het stadje dicht.
worden - (t.t.)
Ik
‘s nachts vaak wakker.
morsen
Doordat iemand tegen zijn arm stootte,
hij koffie.
houden - (t.t.)
Hij
je voortdurend aan de praat.
verprutsen
Doordat hij te haastig werkte,
hij zijn werkstuk.
verwarren
Ik begreep direct dat hij haar met iemand
.
zich haasten
Toen ze klaar was,
Astrid zich naar buiten.
leiden - (t.t.)
Een Spaanse dirigent
het orkest.
wennen - (t.t.)
je broer al aan zijn nieuwe baan?
Vul het voltooid deelwoord in.
.
beperken
De uitgaven moeten worden
.
wijzigen
De plannen zijn
.
interviewen
Na haar aankomst op Schiphol werd zij
.
besteden
Mijn vrije dag heb ik fijn
.
zeilen
We hebben de hele dag
.
uitreiken
Aan alle kinderen werd een brochure
.
oplossen
Alle moeilijkheden zijn
.
aanknopen
Ik heb een gesprek met hem
.
missen
Ik heb de trein
.
belonen
De pianist werd met een hartelijk applaus
.
Vul in.
bedreigen
ik heb
de
stad
doorstaan
ik heb
de
ellende
verzenden
ik heb
het
pakket
bevrijden
ik heb
het
gebied
planten
ik heb
de
bomen
verbreden
ik heb
het
kanaal
uitputten
ik ben
de
atleet
verloten
ik heb
de
prijzen
controleer
Hint
OK
volgende
=>