volgende
=>
Taal op maat 2 - groep 8 nummer 44
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Vul het werkwoord in.
verslapen
Gisteren
Maaike zich, vandaag gelukkig niet.
vergeten
Ik (vergeten) mijn boeken vroeger veel vaker dan nu.
vluchten - (v.t.)
Iedereen
voor de regen naar binnen.
vinden – (t.t.)
je broer jouw vriendin nu wel aardig?
vinden
Rania
deze opgave elke keer weer moeilijk.
branden – (t.t.)
je je vingers niet aan die kleine oven?
schieten
Toen ik opstond,
de pijn in mijn arm.
worden
Arjan toen wel geholpen door een klasgenoot?
slagen
Mehmet
vorige week voor zijn rijexamen.
hoesten
Toen ze ziek was,
Merel haar longen uit haar lijf.
Vul in.
schoonmaken
Ik heb vandaag mijn kamer
.
verloten
De
prijzen kunnen worden opgehaald bij de balie.
gaan
Dana is niet naar zwemles
.
proeven
Ik heb nog nooit zoiets lekkers
!
bieden
je excuses aan!
stranden
Alle opvarenden van het
schip werden gered.
overbelichten
Op de
foto was niets herkenbaar.
blaffen
Die vervelende hond heeft de hele nacht
.
zien - (v.t.)
Gerard zag de bus voor zijn neus wegrijden.
afvuren
De
raket stortte direct neer.
Vul in.
aanhouden
ik heb
de
dief
verbreden
ik heb
de
weg
blussen
ik heb
de
brand
vertellen
ik heb
het
verhaal
houden
ik heb
de
wedstrijd
spotten
ik heb
de
ster
beantwoorden
ik heb
de
vragen
ontploffen
het is
het
rotje
controleer
Hint
OK
volgende
=>