Taal op maat 2 - groep 8 Taal op maat 2 - groep 8 Taal op maat 2 - groep 8
Vul het werkwoord in.
vragenWaarom hebben jullie dat niet ?
gebruikenHet oude treinstation wordt niet meer .
zitten - (v.t.)De kinderen op het schoolplein te wachten.
gooienBart heeft zijn sporttas in de hoek .
schrijven - (t.t) Francine Oomen kinderboeken.
denken - (t.t.) Jij wel vijftig boeken gelezen te hebben?
zingenIn dit liedje werd over de liefde.
zijn - (v.t.) het vandaag echt de laatste schooldag?


Vul in.
hebben - (v.t.)Tom en Bert veel spijt van het spijbelen.
dansenHet meisje heeft op hoge hakken .
troostenDe jongen was op zijn knie gevallen.
trainen - (t.t.)Ik elke zaterdag.
vertragenOp de beelden kon je het zien.
beantwoordenWij de e-mail gisteren.
verlichtenDe jongen tuurde door het raam.
vluchtenDe gevangenen werden gepakt.
bekijkenWe hebben de film met afgrijzen .
meedoenIris heeft dit jaar weer .


Vul in.
reddenik heb de zwemmer
beklimmenik heb de berg
luidenik heb de klok
biedenik heb het bedrag
mestenik heb gemest het kalf
bijtenik heb de man
ladenik heb de vracht
snijdenik heb de worst
fluitenik heb het deuntje
makenik heb de afspraak