Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.

Vul in.

hele werkwoord	ander tegenwoordige tijd	ander verleden tijd	voltooid deelwoord
kijken	kijkt	keek	ik heb
dragen			ik heb
verbranden			ik heb
helpen			hij heeft
roepen			ik heb
lijden			ik heb
melden			ik heb
verstaan			ik heb
besteden			ik heb
oplossen			ik heb
trouwen			zij zijn

Vul in. - Let op: Is het pv (= persoonsvorm) of vd (= voltooid deelwoord) ?

vd - ontdekken	In de Noordzee is een nieuwe vissoort .
pv - v.t. - stoten	Mijn broertje zijn glas melk om.
pv - t.t. - kunnen	Eric voor mij ook wel eten opscheppen.
vd - opbergen	De gevaarlijke stoffen zijn veilig .
vd - brengen	Dat armbandje heeft Caro al veel geluk .
pv - v.t. - branden	Het winkelpand helemaal uit.
vd - afreizen	In de vakantie ben ik naar de Waddeneilanden .
pv - v.t. - melden	Vanochtend zeven leerlingen zich ziek.

Vul in. - Let op: Is het pv of vd of een bn (= voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord) ?

bn - finishen	De lopers werden toegejuicht.
vd - verhuizen	Mijn buren zijn vorige week .
bn - invullen	Het formulier moet je terugsturen.
pv - t.t. - bezoeken	Aziz ieder jaar Turkije.
vd - rijden	Die oude dametjes hebben te hard .
pv - v.t. - vieren	In 2014 onze school het honderdjarig bestaan.
bn - winnen	Na elke wedstrijd vieren we een feest.
bn - irriteren	De man gaf een antwoord.