Spelling in de lift - deel 4 plus werkboek blz. 55

  
 ..  ..  ..

 .. Vul in: ei of ij.
1. Op vf m krg ik vr.
2. De gt blft op de dk staan.
3. Tante krgt een kln glaasje wn.
4. De meid kkt naar het paard in de w.
5. Ik eet pr b de rst.
6. Ik ben bl als ik op rs s krg.
7. Vader z: 'Ik ben mn pp kwt.'
8. Hij moet een td in de r staan, voor hij in de trn stapt.


 .. Maak de puzzel met ei- of ij-woorden.
 ..


 .. Op de plaats van het vraagteken hoort een ei of een ij. Vul die woorden in bij de zinnen..
1. Aan het van de dag ga ik naar huis. ..
2. De staat er op.
3. Ik heb er van.
4. Die duif is .
5. Zij spoelt de uit.
6. Ik woon aan een .
7. Ik eet graag .