volgende
=>
Spelling in de lift - deel 4 plus werkboek blz. 49
Vul het woord twee keer in.
Als je ei - ij hoort, schrijf je
ij
als het woord niet in het ei-verhaal staat.
De
-
De
wijst naar het zuiden.
De
-
Mijn opa heeft heel lang
gerookt.
Het
-
Schiet op, het
is al bijna gesmolten
De
-
Wij gaan al om
uur weg.
Vul het goede woord in.
Een kort lijntje
een lange
Een laag dijkje
een hoge
Een klein lijstje
een lange
Een klein prijsje
een grote
Een klein schijfje
een grote
Vul in: i, j of ij.
1. H
sl
pt z
n schaats.
2.
k kr
g v
f euro van m
n oom.
3. Z
zw
gt als h
aan het woord
s.
4.
ij kn
pt; j
doet m
p
n.
5. Moeder str
kt m
n
urk.
controleer
Hint
OK
volgende
=>