Spelling in de lift - deel 4 plus werkboek blz. 46

  
 ..  ..  ..


 .. Ra, ra wat is het ei-woord?
1. Een maand in het voorjaar. de maand  ..
2. Een steen.de
3. Een vogel legt het. het
4. Hij rijdt over een spoorbaan. de
5. Niet groot.
6. Dier. de
7. Groente. de

 .. Maak ei-woorden met de letters in het vak.
 .. met een m: -
met een t:
met een r:
met een g:
met een k: -
met een p:
met een w:

 .. Vul het goede woord in.
eik 1. Saïd zei: 'Ik reis met de naar Parijs.'
trein 2. De kok doet stukjes door de soep.
dweil 3. De boer trekt de uit de wei.
plein 4. Fleur heeft graag een bij het ontbijt.
eik 5. Op ons staat een mooie boom en ligt een grote kei.
geit 6. De ligt in de teil.
prei 7. Ik hijs, samen met mijn grote broer, het van de zeilboot.
ei 8. Op ons plein staat een mooie boom, het is een .
 ..
Bedenk zelf ook zinnen met ei-woorden.