Spelling in de lift - deel 4 plus werkboek blz. 43

  
 ..  ..  ..


 .. Vul het goede ei-woord in.
1. In de maand leggen alle vogels een .
2. Het is nu eenmaal een feit: prei groeit heel goed op .
3. Mijn zusje speelt in de tuin met een teil en daarin drijft een bootje met een .
4. Naast ons huis ligt een wei, daarop graast een .
5. Mijn zusje is nog klein en speelt alleen op het .
6. Op het plein ligt een kei, die komt van de .
7. Moeder droogt de teil af met een nieuwe .


 .. Vul in de puzzel ei-woorden in.
 ..
1. Groente.1.
2. Gladde vloerbedekking.2.
3. Vervoermiddel.3.
4. Slot van een film.4.
5. Niet groot5.
Het woord onder het hartje:


 .. Schrijf het ei-woord onder het plaatje. Schrijf daarna de zin goed. Begin met het rode woord.
Vergeet de punt aan het eind niet.
1. De uur elk stopt  ..  ..
 ..  ..
 .. lust een graag Ik het ontbijt bij.
Het boot van de  .. kapot is.
 ..

ww