volgende
=>
Spelling in de lift - deel 4 plus werkboek blz. 33
Maak er één van en zet dat woord in de goede rij.
paarden - hoeden - taarten - katten - ratten - punten - fluiten - herten - hond - matten - poorten - eenden
dieren
dingen
paard
hoed
Vul in. Op de plaats van het vraagteken moet een -d of een -t staan.
ww
controleer
Hint
OK
volgende
=>