Spelling in de lift - deel 4 plus werkboek blz. 30

  
 ..  ..  ..

 .. d of t ? Hoeveel keer een -d ?
 ..
de het de de de x een d.
 ..
de de de de de x een d.
 ..
de het de de de x een d.


 ..
Nakijken! goed of fout? Verbeter de fout. Geen fout? Schrijf dan goed.
De baart is lang.baard Het is tijd.goed
Het kint in het veld. Ik lees de krand.
Het is heel glat. Mijn zus is heel kwaat.
Maak een brood van deeg. Het is een wild beest.
De staart van de kat. Dat woort is goed.
De held heeft een zwaart. Dat broot is rond.
Het liet klinkt luid. De gront is hard.
Heb jij een vrient. Ga jij al naar bet?