volgende
=>
Spelling in de lift - deel 4 plus werkboek blz. 27
Vul het goede woord in.
nest
1. Ik kijk door de
.
ruit
2. Het
zit in zijn kooi.
beurt
3. Hij krijgt de
van mijn appel.
wit
4. Je bent nog niet aan de
.
helft
5. Iedere donderdag is er
.
beest
6. In het
ligt een ei.
markt
7. Sneeuw is
.
sloot
8. De eend zwemt in de
.
Maak woorden die eindigen op een t.
Neem een paar witte, een geel en het blauwe stukje. Ga verder op een blaadje.
sch
b
h
kast - kat - kamt - komt - kopt - keft - kort - kost - krat - krot - kwast - kent - klit - kwart - kaart - keert - knoert - kreeft
Er zijn er nog veel meer met een k en met de andere letters aan het begin.
controleer
Hint
OK
volgende
=>