Spelling in de lift - deel 4 plus werkboek blz. 23

  
 ..  ..  ..

 .. Vul de goede letters in.
Ik snuif de geu op met mijn neu.
Er vaart een boo op het mee.
Oo krabt achter zijn oo.
Doe dat nog eens een kee , Kee.
De auto stopt voo de deu.
Vind jij die kleu leu?
Loo toch eens doo.
Ik keu dat heu niet goed, hoo.


 .. Vul plaagletterwoorden in.
Je moet wachten op je . Dat kind gaat voor.
Ik vind groen een mooie .
Ruik je de van die roos?
De hond over de grond, hij zoekt het spoor.
Ik doe de voor op slot.
Ik heb een in mijn jas door het vallen.
Ik een gat in de muur.
Hij kroop de buis naar de andere kant.
De van de tuin is open.
Hij is ziek, hij heeft .
De oude heer krabt aan zijn .
Ik een vreemd geluid.
Stil, anders je de les.
Het heeft heel mooi gezongen.