Spelling in de lift - deel 4 plus werkboek blz. 19

  
 ..  ..  ..

 ..
Vul in : oo of o
 ..
1. Het kr zingt p het feest.
2. In het drp staat een prt.
3. Ik hr het geluid van een br.
4. Hij blaast krt op zijn hrn.
5. Ik kp wrst vr p mijn brd.


 .. Zoek het goede tweetal voor de zin.
beer - oorIk de auto vlak voor de .
peer - voorIk leg de op de werkbank.
weer - hoorIk heb een sappige jou.
neer - boorIk dat het mooi wordt.
keer - poortDe aait met zijn poot over zijn .


 .. Vul aan met eer of oor-woorden.
 ..
1. Niet achter maar .
2. Niet minder, maar .
3. Geen oog, maar een .
4. Geen appel. maar een .
5. Geen dame, maar een .
6. Ik zie niet, maar ik .


 .. De zinnen kloppen niet. Kun jij ze goed maken?
Denk aan de hoofdletter en de punt.
1. Hij muurt een gat in de boor.
2. Hij zeept zich met scheer.
3. Zij belt de hoor.
4. Jij lest de stoor.
5. Zij lest haar leer.