volgende
=>
Spelling in de lift - deel 4 plus werkboek blz. 13
Vul in. Veel woorden met eer.
1. Een bee
is een bees
2. Waar gaat die hee
hee
?
3. Doe dat nog een kee
, Kee
.
4. Hoe is het wee
deze wee
?
5. Leg die zee
nee
.
6. Mijn tee
doet zee
.
7. Er zit vee
vis in dat mee
.
8. Ik ee
een pee
.
Vul steeds een goed woord met
eer
in.
beer - heer - meer - peer - speer - weer
leeuw - tijger -
man - vent -
pruim - appel -
zwaard - lans -
opnieuw - nog eens -
zee - sloot -
Zoek steeds een woord met
eer
dat in allebei de zinnen past.
1. Het is slecht
.
1. Hij doet het
.
2. Ik
mijn les.
2. Die tas is van
.
3. Au, dat doet
.
3. Ik vind dat
knap.
4. Hij heeft
dan ik.
4. De eend zwemt in het
.
5. Ik
mij om.
5. Twee
twee is vier.
6. Ik heb een
op mijn hoed.
6. Het
vaart vandaag niet.
controleer
Hint
OK
volgende
=>