Spelling in de lift - deel 4 plus werkboek blz. 7

  
 ..  ..  ..

 .. Maak het rijmend.
Ik gooi een banaan in de k.
Ik zwaai naar de kr.
Hij knoeit, hij st , hij r
Oei, f, ik kn.
Hij strooit nt


 .. Vul in. Kies uit:
ik roei - ik naai - ik zwaai - een kraai - een kooi - een haai
 ..
een een ik
 ..
ik ik een


 .. Vul in: aai, ooi of oei, zodat je steeds drie goede woorden krijgt..
frhst mknzw
drprsprdfdr
sgrkgrn