volgende
=>
Spelling in de lift - deel 4 plus werkboek blz. 6
Zet de woorden in drie rijen.
fraai - mooi - groei - knoei - taai - foei - roei - plooi - kraai - saai - dooi - prooi - stoei - zwaai
aai
ooi
oei
1.
1.
1. ik
2.
2. de
2. ik
3. de
3. de
3.
!
4.
4. de
4. ik
5. ik
5. ik
Vul in. Kies uit:
kooi - naai - gooi - roei - hooi - aai - draai - mooi.
1. Ik
me om.
2. Ik
de poes.
3. Ik
een bal.
4. Ik
de knoop aan mijn jas.
5. Ik
met de boot.
6. Niet lelijk, maar
.
7. De parkiet zit in de
.
8. Een koe eet in de winter
.
Vul in: aai, ooi of oei.
Ik zw
De k
Het w
t
Het is m
Ik spr
Zij kn
t
F
!
Ik n
Een kr
Ik str
De koe l
t
Het vlees is t
De plant gr
t
Een h
Wat ben jij s
De man
t de hond
Een pl
De bloem bl
t
controleer
Hint
OK
volgende
=>