Spelling in de lift - deel 3 plus werkboek blz. 43

  
 ..  ..  ..

 .. Vul een goed woord in . Begin steeds met een s-
 ..
1. Je in bed.
2. Hij de deur.
3. Een wesp soms.
4. Susan met de bal.
5. Met wie ik?
6. De meester een vraag?
7. De soldaat op wacht.
8. De stoute jongen de hond.


 .. Zet de goede woorden bij de tekening.
 ..
De heeft een .
 ..
Ik lust geen maar wel
 ..
Een heeft geen .
 ..
Je moet .