Spelling in de lift - deel 3 plus werkboek blz. 28

  
 ..  ..  ..

 .. Vul in n, ng of nk.
A zat op een ba i het park.
Toe kwam er een ma.
Dat was Fra.
Hij zag ee sla onder de ba va A.
Hij vi de sla.
Uit da gaf A hem ee kus op zijn wa.

 .. Vul in: ng of nk.
1. De ta ligt op de pla.
2. De meeste mensen zijn ba voor een sla.
3. Ik de dat de juf van groep vijf heel stre is.
4. Mijn jas hat aan de kapstok in de ga.
5. Ik dri vaak melk en Fra drit vaak water.

 .. Schrijf de woorden over.
ngngnknk
langerveel inktde zwarte
hangtde jas denkik het wel
dringenwij drinken
strengzij is drinktAnk
stangeen slankFrank is
vangtzij stankeen heel vieze
gangentwee vinkde op de tak
springthij bankentwee
jongeroom is zinktde boot
zingtzij plankeneen stapel