volgende
=>
Spelling in de lift - deel 3 plus werkboek blz. 25
Eén woord past niet in de zin. Ruil daarna de
foute
woorden en schrijf de zinnen goed op.
Denk aan de hoofdletters en de punten.
Frank en Ank zitten op de schenk.
schenk
De drank vliegt weg.
Hij slaat vink af.
Ik links melk in het glas.
De bank smaakt vies.
Vul waar het kan
nk
in, anders één andere letter.
Vul in.
drinken
1. Hij drinkt een glas melk.
denken
2. Waar
je aan?
danken
3. Ik
u wel.
schenken
4. Vader
thee in.
zinken
5. Het schip
.
stinken
6. Wat
het hier.
klinken
7. Dat
niet mooi.
controleer
Hint
OK
volgende
=>