Spelling in de lift - deel 3 plus werkboek blz. 15

  
 ..  ..  ..

 .. Lees van boven naar beneden.
 ..
de zij de
 ..
de de de


 .. Vul het goede woord in.
durft - merkt - markt - hurkt
1. Hij naast het kleine kind.
2. Dat kind kindje de hond niet te aaien.
3. Op de is alles goedkoop.
4. Zij niet dat ik jarig ben.


 .. Schrijf alleen de goede woorden op.
 .. Hij altijd heel hard.
Zij bijna niets van de ruzie.
De van veertien is zeven.
Zij kocht deze appels op de .
De juf naast de huilende kleuter.