Spelling in de lift - deel 3 plus werkboek blz. 12

  
 ..  ..  ..

 .. Zoek in de boom het woord dat rijmt.
1. boom ..
2. dorst
3. minst
4. kruik
5. oogst
6. voet
7. prik
8. gaat
9. streek
10.laatst


 .. Vul het goede woord in.
1. Hij rijdt op een fiets.Hij fietst.
2. Hij geeft een schop.Hij .
3. Hij maakt de was mooi glad.Hij .
4. Zij laat wat melk vallen.Zij .
5. Zij rijdt op een schaats.Zij .
6. Zij zegt iets.Zij


 .. Vul de goede letters in.
1. Ik eet w op mijn brood.
2. Hij sch op het ijs.
3. Er zit een ba in mijn kopje.
4. In de he vallen de blaadjes van de bomen.
5. Bessen groeien aan een str.