volgende
=>
Spelling in de lift - deel 3 plus werkboek blz. 7
Wat staat hier?
1.
2. ik
3. de
4. de
5.
6. ik
7. de
8. de
9. de
10.
11. ik
12.
13. het
14. de
15. de
16. de
17. de
18. de
19. het
20. de
Zoek bij elk woord een woord met sch- dat erbij past. Let op de betekenis!
het lam
het schaap
de sok
de
het ijs
de
de zee
de
de klas
de
de peer
ik
het mes
de
het huis
de
Kies uit:
schrik - strak - schop - school
Ik
altijd als een klein kind op
straat
speelt.
Je mag de
straks
wel even lenen.
Deze
schoen
zit erg
.
Ik
met hem op
school
.
controleer
Hint
OK
volgende
=>