volgende
=>
Spelling in de lift - deel 3 plus werkboek blz. 2
Lees het verhaal en schrijf de woorden met spr..... en str..... op.
Woorden met str.......
Woorden met spr......
Sproet
Kies uit:
straal - strijk - spreek - struik - streek - straf
1. Met wie
ik?
2. Ik sta voor
op de gang.
3. Uit de kraan komt een
water.
4. Ik
de was.
5. Ik pluk een bes van de
.
6. Dat is een gemene
.
controleer
Hint
OK
volgende
=>