Spelling in de lift - deel 2 plus werkboek blz. 59

  
 ..  ..  ..

 .. Vul een goed woord in. ..
1. loes met haar pop. ..
2. de hond heel hard.
3. vader de brief weg.
4. de aap op het dak.
5. hij zijn been.
6. moeder de tas.
7. hij met een schaar.
8. zij de kaars uit.

 .. Geheimschrift.
 ..
 ..
 ..  ..

 .. Bedenk een goed woord.
dgde dwerg droeg een zware tas.
skik voelde een schok toen de snoek de draad strak trok.
ktmet de kerst maakte een klant met een krant de kunst kapot.
gs bij de grens zag ik een grijs katje.
kpik knoop mijn jas dicht.
ptik hang een plaat van een mooie plant op.