volgende
=>
Spelling in de lift - deel 2 plus werkboek blz. 41
Vul de woorden op de goede plaats in.
1.
6.
11.
2.
7.
12.
3.
8.
13.
4.
9.
14.
5.
10.
15.
Vul het goede woord in:
welk
1. gaan we straks naar de
?
kalf
2. er zit een
voor de zon.
film
3.
boek lees jij?
help
4. het
staat in de wei.
tulp
5. een
is een bloem.
wolk
6. ik
mijn moeder.
Maak een goed woord door er nog een letter achter te zetten.
hal →
bal →
kal →
fil →
wol →
wel →
tul →
zel →
controleer
Hint
OK
volgende
=>