volgende
=>
Spelling in de lift - deel 2 plus werkboek blz. 29
Zet de woorden op de goede plaats.
vlees - vlieg - vlag - vlak - vlam - vlot - vlug - vlek - vloer - vraag - vrij - vroeg
1.
ij
5.
ie
9.
oe
2.
aa
6. v
t
10. v
g
3.
ek
7.
oer
11.
m
4. v
ee
8.
u
12. v
k
Kies uit: tr, br of dr.
de
ik
de
het
de
de
het
Vul in.
vlees - droog - broer - vlees - droog - broer
Ik heb me in mijn
gesneden.
Is de was al
?
Mijn
heet Hans.
Als het
is, ga ik met mijn
worst en
kopen bij de slager.
Kies de goede letter uit.
l - r
r - l
w - r
v
ij
v
ot
z
ijg
v
ag
v
ak
v
aag
v
oeg
v
oer
z
aar
controleer
Hint
OK
volgende
=>