volgende
=>
Spelling in de lift - deel 2 plus werkboek blz. 15
Zet de woorden in de goede rij.
mast - gans - vest - rups - nest - kast - wesp - vink - rasp - gesp - hert
dieren
dingen
de gans
de
de
het
de
het
de
de
het
de
de
Vul in, je mag alleen woorden maken met de letters uit de bloemen.
De woorden beginnen met een w.
hij
zijn handen met zeep.
hij
het antwoord niet.
hij vroeg de
naar ons huis.
de baby ligt in de
.
ik doe
op mijn brood.
ik
het vuil weg.
op het kompas staat : noord, oost, zuid en
.
de koe staat in de
.
zwart,
.
Zoek een rijmwoord dat past in de zin.
wesp
1. aan mijn riem zit een
.
beest
2. morgen is het
.
best
3. niet oost, maar
.
meest
4. zij
een boek.
lijst
5. hij
met zijn hand.
gesp
6. een
steekt soms.
controleer
Hint
OK
volgende
=>