volgende
=>
Spelling in de lift - deel 2 plus werkboek blz. 13
Zoek het goede woord.
iets
1. Ik heb erge
.
west
2. Houd dat goed
.
meest
3.
is meer dan niets.
best
4. Wie heeft het
?
vast
5. Er is
meer over.
kust
6. Ik doe mijn
.
niets
7. Niet oost, maar
.
haast
Het schip vaart langs de
.
Vul in .
ik was
hij
wast
hij
zijn trui.
ik lees
zij
zij
een stripboek.
ik vis
zij
zij
bij de brug.
ik wijs
zij
zij
een toerist de weg.
ik kies
hij
hij
de blauwe trui.
ik pest
zij
zij
nooit iemand.
Rijmwoorden zoeken.
feest
geweest
lamp
fietslamp
fiets
damesfiets
mast
verfkwast
vaart
boomgaard
vist
beslist
Zet de woorden in de goede volgorde.
fiets koopt een Henk.
.
rijst kookt ans.
.
hij hert op het jaagt.
.
de kast ligt in de muts.
.
controleer
Hint
OK
volgende
=>