Spelling in de lift - niveau 1 werkboek 2 blz. 26

  
 ..  ..  ..

 .. Vul in : ee of e..
 .. 1. ik eet een pn en schrijf met een pn.
2. ik ls een boek en juf geeft ls.
3. ik lg daar iets neer en mijn glas is lg.
4. ik wg het meel en dan ga ik wg.
5. ik bn klaar en op mijn bn zit een vlek.
6. ik doe ht in de doos en die pan is heel ht.


 .. Vul in: ee of i.
 ..
1. ik heb pijn in mijn kl.
2. buiten is het kl.
3. de bakker weegt het ml.
4. ik geef een harde gl.
5. als ik ziek ben, neem ik een pl.
6. die berg is hl hoog.
7. ik dl die reep met jou.

 .. Zet het goede ie-woord onder het plaatje.
Maak er daarna een ee-woord of een e-woord van.
 ..
 .. biet
 .. beet