Spelling in de lift - niveau 1 werkboek 2 blz. 25

  
 ..  ..  ..

 .. Vul in het rondje in: i of ie. Welke twee woorden krijg je dan? Schrijf die allebei op.
 ..
 .. dik .. het het ik de
 .. ditde de ik de

 .. Welk i- of ie=woord is het?
Als je het goed doet, vormen de hokjes 1-2-3 ook een woord. Schrijf dat woord op.
 .. 1 + 2 + 3

 .. Vul in i of ie en vul dat woord in een zin in.
dk1. ik hoorde een vreemde .
lf2. wij zijn vrienden door en dun.
rm3. hij keek heel erg .
kn4. hij heeft zijn hand onder zijn .
sp5. mijn moeder is erg .
pp6. waar is de van de hond?