Spelling in de lift - niveau 1 werkboek 2 blz. 9

  
 ..  ..  ..

 .. 9.1
Zorg jij ervoor dat de namen van de biggetjes rijmen?
 ..
kook
 ..


 .. 9.2
kies het goede woord.
koek - kook1. de is haast op.
meet - moet 2. je naar school toe.
mee - moe 3. ik wil met oom naar zee.
toe - hoe 4. gaat het met jou?
doen - deel 5. wat wil je nu gaan ?.
toen - teen 6. je staat op mijn !
doek - boek 7. dat lees ik ook!
poes - poos 8. het duurt nog een .


 .. 9.3
schrijf het goede woord onder de plaatjes en bedenk er zelf ook een.
 ..
b..kd..kp..sk..kh..kd..l