1. mijn voet doet zeer, die doet dus . |
2. hij steelt iets, hij is een . |
3. morgen ben ik jarig, dat vind ik . |
4. een muis zegt . |
5. ik vind jou heel . |
6. mijn vader rookt een . |
7. bij een boog hoort een . |
8. het regent heel hard, dus het . |
9. het kindje slaapt in een . |
10. ik heb veel geld, ik ben dus . |