zoef de . |
mijn heet zoef. zoef woont in een . |
soms mag hij l s . dan gaat het van de tuin dicht. |
dan speelt hij met de . |
hij rent dan heel snel w g en gaat over de k p . |
zoef is d n heel vies. |
ik maak h m n t en droog zoef daarna met een l p . |
dan ik zijn haar. de wast zichzelf. |
hij begint met zijn p t en dan zijn . |
de en de zijn nu w l schoon. |