Spelling in de lift deel 1 nummer 23

  
 ..  ..  ..

 .. 23.1 - schrijf de woorden over.  .. = h
 .. aas .. eel
 .. uur .. aan
 .. oog .. een
 .. aar .. aal
 .. oop .. eet

 .. 23.2 - vul een goed woord uit oefening 1 in.
ik kam mijn .dat is heel .
dat huis is .ik dat je gauw komt.
je een glas voor mij?de zit op zijn stok.

 .. 23.3 - schrijf het goede woord op. alle woorden beginnen met een h.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.