Spelling in beeld - groep 4 week 32 - herhalen van blok 8

  
Spelling in beeldSpelling in beeld

Woorden met ch, cht en gt. Kies uit : ligt - licht - gracht - vraagt - pech
De auto van mama heeft .
De paraplu in de gang.
Hij twee uur vrij.
Ik vaar met de kano door de .
De doos was niet zwaar maar .


Kies uit : de molen - de ramen - sparen - de stenen - wij eten
Wij vandaag om zes uur.
De liggen op een stapel.
Wij voetbal plaatjes.
De zijn schoon.
De staat bij de dijk.


Kies uit : de sla - de kano - de paraplu - twee - nu
ik vaar in een blauwe .
ik hou van bij een bord met friet.
ik lust wel appels.
de is blauw.
ik ga liggen.


Kies uit : de emmer - de vissen - de mollen - de sommen - het nummer
De zwemmen in de sloot.
De wonen in de grond.
Ken jij deze ?
De zit vol water.
Het is zeven.