volgende
=>
Spelling in beeld - groep 4 week 6 - woorden uit blok 2
Woorden met ~en, ~er, ~el, ~em en ~e
de boeken
de
staan in de kast.
de keuken
de
is mooi.
de tijger
de
is snel.
de vlinder
de
zit op de bloem.
de sleutel
de
in het slot.
de spiegel
de
glanst.
Woorden met ~en, ~er, ~el, ~em en ~e
de bliksem
de
de
stiekem
het meisje
het
het
de lente
de
de
de korte broek
de
broek
de
broek
de lange rij
de
rij
de
rij
Voorbeeld: gr❤w = grauw
de p❤w
de
de
bl❤w
fl❤w
g❤w
n❤w
de kl❤w
de
de
de s❤s
de
de
❤!
!
!
controleer
Hint
OK
volgende
=>